Sulaiman Addonia schrijft roman over het vluchtelingenbestaan in Soedan: 'Je verlaat je land, maar je land verlaat jou nooit'
Wat er de voorbije maanden in Tigray is gebeurd heeft ook schrijver Sulaiman Addonia verdrietig gemaakt. Zijn familie van Eritrees-Ethiopische afkomst is opnieuw moeten vluchten naar Soedan. Zelf heeft Addonia een opmerkelijk boek geschreven over het vluchtelingenleven dat hij zelf als kind meemaakte in Soedan. Geen verslaggeving maar een intieme, beeldrijke roman. Addonia woont in Brussel en VRTNWS sprak met hem.
'De zangeres van het kamp klom op de tafel van de rechter. Dit kamp heeft velen van ons weggenomen, veel van ons afgepakt, maar we hebben onze menselijkheid nog, zong ze.' Met die ene zin weet je waarover het boek 'Stilte is mijn moedertaal' gaat. De dagdagelijkse beslommeringen, gevoelens, intimiteit, hoop en vrees van de vluchtelingen van ergens, in een kamp ergens in Oost-Afrika.
Het boek geeft geen achtergrondinformatie. De lezer komt niet te weten of de hulporganisaties goed functioneren of welke strijdende partijen de vluchtelingen in beweging hebben gezet. Het gaat hem om de personages, zegt Sulaiman Addonia. Zij zijn de essentie en maken het verhaal episch op een intimistische manier. Alles draait om de jonge vrouw Saba, die wil studeren, en haar zwijgende, vrouwelijke broer Hagos. Ze zijn beiden sterker dan de rol die hen door de traditie en de gemeenschap is opgelegd.