Ronald Giphart over zijn nieuwe roman 'Nachtangst' in Culture Club
Een Nederlandse schrijver, P.J. Weber, schrijft op kantoor in het midden van de nacht brieven naar zijn Amerikaanse agente, Eva. Maar dan hoort hij inbrekers, die steeds dichterbij komen. Zijn nachtangst manifesteert zich in een reflectie op seksueel misbruik, zijn zoon, het schrijverschap en de dood van zijn ouders.
'Nachtangst', de nieuwe roman van Ronald Giphart
Annnelies Moons las 'Nachtangst' en nodigde Ronald Giphart uit in het programma Culture Club. Het wordt duidelijk dat de agente meer is dan zijn agente. Weber zit opgesloten in een kleine ruimte zonder telefoon en hij moet contact zoeken met de buitenwereld en hij stuurt een mail naar Eva met de vraag de politie te verwittigen. Het is nacht en hij is niet zeker dat ze wakker is en hij stuurt haar een tweede bericht met de vraag te laten weten of ze dit heeft gelezen. Er komt geen reactie en er volgt een derde mail. Hij begint te vertellen over de angst die hem op dat moment overvalt. En om de angst te bezweren gebruikt hij de taal en schrijft hij. Er komt een soort stream of consciousness.
Er is die grote spanning doorheen het boek: zijn het inbrekers? Gaat hij veilig blijven in dat kleine kamertje.
Autobiografisch
De aanleiding voor het verhaal is autobiografisch, vertelt Giphart: 'Ik ben geen angstig mens, maar ik heb momenten gehad dat de angst bij mij indaalde'. Maar er was ook dat andere verhaal dat hij nog wilde vertellen over seksueel misbruik. 'Ik had een lange weg nodig om bij dat onderwerp te komen'. Hij verwijst naar Vallen is als vliegen van Manon Uphoff waarin ze op literaire wijze verslag uitbrengt van het misbruik dat zij als kind onderging. Giphart was daar erg door geraakt en ontdaan want hij heeft een gelijkaardige ervaring gehad.