Karakter van F. Bordewijk in de literaire canon - met Matthijs de Ridder
De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) en Literatuur Vlaanderen stelt de nieuwste versie van hun literaire canon voor. Acht eeuwen literatuur in 50 boeken! Tien weken lang dompelt het ochtendprogramma 'Espresso' op Klara je onder in één van de boeken.
Het boek 'Karakter' (1938) van Bordewijk is een intrigerende tocht doorheen de donkere psyche van de mens. Ook literatuurkenner Matthijs de Ridder blijft gefascineerd door de personages van deze klassieker.
Het is eigen aan Borderwijk dat hij een spel speelt met de namen van zijn personages. In de klank van hun achternamen schuilt vaak hun persoonlijkheid. In de roman 'Karakter' is dat niet anders. Het personage A. B. Dreverhave is iemand die zonder omwegen op zijn doel afgaat. En zijn vrouw Joba Katadreuffe draagt een naam vol netheid en vertwijfeling.
Het verhaal gaat over een vader-zoon relatie. De deurwaarder Dreverhave verwekt een onwettige zoon bij zijn dienstmeisje Katadreuffe: Jacob Katadreuffe. Dreverhave houdt zijn zoon vanop een afstandje in de gaten en zelfs wanneer Jacob op een gegeven moment zijn eigen boontjes moet doppen, schiet hij hem niet te hulp. Hierdoor wordt Jacob een sterk en zelfstandig mens en groeit hij uit tot advocaat. Hij streeft zijn vader voorbij en verliest daarbij een deel van zijn menselijkheid. De liefde die hij op een gegeven moment voelt voor Lorna te George - een naam om verliefd op te worden! - laat hij zomaar aan zich voorbij gaan.