Nadat Terrin deze roman van Hermans had gelezen, nam hij ontslag om schrijver te worden
De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) en Literatuur Vlaanderen stelt de nieuwste versie van hun literaire canon voor. Acht eeuwen literatuur in 50 boeken! Tien weken lang dompelt het ochtendprogramma 'Espresso' op Klara je onder in één van de boeken.
In de vorige editie van de canon was Willem Frederik Hermans vertegenwoordigd met zijn klassieker ‘Nooit Meer Slapen’ uit 1966. Nu heeft de Koninklijke Academie van de Nederlandse Taal en Letterkunde een van zijn andere werken gekozen, één dat volgens hen nog meer gewicht heeft: ‘De donkere kamer van Damokles’. Het is deze oorlogsroman uit 1958 die ook op auteur Peter Terrin een grote indruk heeft gemaakt. Nadat Terrin de roman van Hermans had gelezen, belde hij de volgende ochtend zijn baas op om hem te vertellen dat hij ontslag nam. Hij zou schrijver worden.
‘De donkere kamer van Damokles’ is een literaire thriller die zich afspeelt tijdens de Duitse bezetting. Het verhaal gaat over de sigarenwinkelier Osewoudt die van Dorbeck, een Nederlandse officier de opdracht krijgt om filmnegatieven te ontwikkelen. Osewoudt gehoorzaamt de officier en gaat steeds verder. Uiteindelijk liquideert hij iemand op vraag van Dorbeck. Bij de bevrijding kunnen zijn daden geïnterpreteerd worden als daden van collaboratie. De man die hij heeft omgebracht bleek iemand uit het verzet te zijn, niet uit de collaboratie. Het verhaal dat zich ontvouwt is een zoektocht naar Dorbeck vanuit de noodzaak om de onschuld van Osewoudt te bewijzen.
Terrin noemt het boek vandaag de dag ‘nog uiterst leesbaar’ omdat de taal van Hermans sober is. Daarbij is het een diep ontroerend verhaal. ‘Ik huil niet vaak,’ zegt hij, ‘maar toen heb ik gehuild bij het einde van een boek.’ De combinatie van taalgebruik, menselijk inzicht en inhoud zorgt ervoor dat ‘De donkere kamer van Damokles’ getuigt van een Europees niveau.