Dat mag je óók (al niet meer) zeggen!
Kan de term allochtoon nog, of is iemand met een migratieachtergrond beter? Is zwart en wit een gelijkwaardiger paar dan zwart en blank? Waarom zeggen we liever geen slaaf meer, maar wel slaafgemaakte? Noem je een vrouw die de baas is directrice of directeur? En hoe verwijs je naar iemand die non-binair is, met hij of zij of zhij of die of hen?
Onze taal wordt inclusiever, maar het zorgt er ook voor dat veel mensen het idee krijgen dat al hun woorden door de taalpolitie op een goudschaaltje worden gewogen. 'Dat mag je óók al niet meer zeggen', hoor je dan vaak. Maar klopt dat wel? Is het niet zo dat er juist steeds meer woorden zijn die je juist wel kan gebruiken?