In "De bekeerlinge" reist Stefan Hertmans een tot het Jodendom bekeerde jonge vrouw uit de elfde eeuw die op de vlucht was, achterna. Hertmans kwam tot het vertellen van dit verhaal nadat hij ontdekt dat het Provençaals dorpje waar hij woont en schrijft opduikt in een elfde-eeuws document.
Hij wisselt het verhaal af tussen de vlucht en zoektocht van de bekeerlinge en zijn eigen reis en onderzoek. Door dit laatste te verweven vertelt hij ook een persoonlijk verhaal.
Door zich in te leven in de situatie van de vluchtelinge bedacht hij haar geschiedenis op zeer aannemelijke manier. Daarbij schetst hij ook een aantal historische feiten van 1000 jaar geleden zoals het ontstaan van de kruistochten, de positie van de Joden, het dagelijkse leven.
Het verhaal heeft veel raakpunten met de huidige vluchtelingencrisis.
Dit is een zeer goed boek dat ieder liefhebber van historische romans niet mag vergeten te lezen.
In een klein dorp in de Provence wordt sinds mensenheugenis over een pogrom en een verborgen schat gesproken. Eind negentiende eeuw vindt men in een synagoge in Caïro een hoeveelheid opzienbarende Joodse documenten. Stefan Hertmans ontdekt de sporen van een voorname christelijke jonkvrouw uit de elfde eeuw, die haar leven vergooide uit liefde voor een Joodse jongen. Hij gaat letterlijk achter deze vrouw aan, die samen met haar verboden liefde op de vlucht slaat en een duizelingwekkende tocht aflegt, opgejaagd door alles en iedereen.
Stefan Hertmans baseerde zich voor De bekeerlinge op historische bronnen. Dat brengt hem in een chaotische wereld van passie, haat, liefde en dood, en voert hem uiteindelijk van Caïro terug naar het kleine Provençaalse dorp, waar hij sinds decennia thuis is.
Stefan Hertmans baseerde zich voor De bekeerlinge op historische bronnen. Dat brengt hem in een chaotische wereld van passie, haat, liefde en dood, en voert hem uiteindelijk van Caïro terug naar het kleine Provençaalse dorp, waar hij sinds decennia thuis is.
‘Het is stikdonker om hen heen, het diepste uur van de nacht. De Grote Beer is van de hemelkoepel afgegleden. Ergens roept eenzaam een uil. Enkele sterren twinkelen vaag tussen de stil waaiende bladeren. Er beweegt iets, niet ver van haar vandaan, ze heeft het koud en rilt over haar hele lijf. Dan staat iemand wankelend boven haar, donker en wiegend. Dit is mijn dood, denkt ze. Ze hoort hijgen. Dan pas herkent ze David. Hij valt weer naast haar neer, ze grijpen elkaars handen, blijven zo liggen tot het ochtend wordt.’
Wat anderen schrijven over dit boek
Uw recensie werd succesvol toegevoegd