Een bijzonder knap boek. Ik heb weer veel bijgeleerd, verbazend toch hoe ver Polen mentaal van ons ligt. Ik heb dus ook weer aardig wat gegoogeld, al lezend. Ten eerste, zoals ik dikwijls doe voor boeken die geheel of gedeeltelijk over historische personen gaan, om te weten te komen wat geschiedenis en wat fictie is, en ten tweede om wat meer te weten te komen over de achtergrond van geschiedkundige feiten die terloops vermeld worden.
De verweving van de twee verhalen maakt het soms wat ingewikkeld, ik moest af en toe echt even recapituleren of ik nu over Weronika of over Julia aan het lezen was, maar dat maakt het ook extra sterk. De parallellen en verschillen tussen twee jonge vrouwen, ieder in hun tijd, ieder met hun strijd.
En tussendoor heel veel dingen om over na te denken, schijnbaar losjes in de tekst gestrooid, maar ze tillen het boek naar een nog hoger niveau. Zoals dit hier, op p. 13, over een personage dat maar een klein rolletje speelt in het boek:
'Als opgroeiende jongen in een katholiek gezin had hij ontdekt dat gebeden niet verhoord kunnen worden, want anders zou er op de aardbol een nog grotere chaos ontstaan. In ieder geval kon je stoppen met het versturen van steeds dezelfde verzoeken naar de hemel.'
Een echt vakantieboek, dus: een heel goed boek dat enige inspanning vraagt en stof tot nadenken geeft, ideaal om te lezen als je tijd en rust hebt om door te lezen.
Spannende en opzienbarende roman over twee verdwijningszaken die meer met elkaar te maken hebben dan op het eerste gezicht lijkt.
De Pools-Joodse Julia studeert fotografie in Brussel, kort voor de Tweede Wereldoorlog. Door de lens van haar professionele camera is ze getuige van de turbulente gebeurtenissen die Europa in de jaren veertig in een vernietigende maalstroom storten. Zo vereeuwigt ze de grootste naoorlogse pogrom, waarbij in de Poolse stad Kielce 42 Joden omkwamen. De dag ervoor was de kleine Henio vermist geraakt en de massa geloofde dat de jongen door Joden was vermoord.
Vijfenzestig jaar later stelt Weronika, historica aan de Universiteit van Kielce, tot haar ontsteltenis vast dat haar tienjarige dochter spoorloos verdwenen is. Net als bij de vermissingszaak van destijds worden de stadsbewoners meegesleurd in een mengeling van complottheorieën, haat, angst en mediahysterie. Voor Weronika zelf leidt de verdwijning ertoe dat pijnlijke feiten uit haar liefdesleven en familiegeschiedenis opnieuw worden blootgelegd.
De Pools-Joodse Julia studeert fotografie in Brussel, kort voor de Tweede Wereldoorlog. Door de lens van haar professionele camera is ze getuige van de turbulente gebeurtenissen die Europa in de jaren veertig in een vernietigende maalstroom storten. Zo vereeuwigt ze de grootste naoorlogse pogrom, waarbij in de Poolse stad Kielce 42 Joden omkwamen. De dag ervoor was de kleine Henio vermist geraakt en de massa geloofde dat de jongen door Joden was vermoord.
Vijfenzestig jaar later stelt Weronika, historica aan de Universiteit van Kielce, tot haar ontsteltenis vast dat haar tienjarige dochter spoorloos verdwenen is. Net als bij de vermissingszaak van destijds worden de stadsbewoners meegesleurd in een mengeling van complottheorieën, haat, angst en mediahysterie. Voor Weronika zelf leidt de verdwijning ertoe dat pijnlijke feiten uit haar liefdesleven en familiegeschiedenis opnieuw worden blootgelegd.
Warschau lag op zijn rug. De hoofdstad was slechts een schim van zijn oude zelf, en het leek alsof de heropbouw een hele eeuw zou vergen. Wat moesten ze beginnen met die tonnen puin waaronder de ratten liepen? De geur van de stad was ondraaglijk. Julia fotografeerde de werkers terwijl ze het lichaam van een vrouw opgroeven.